Scouting Nederland
De geschiedenis van Scouting gaat meer dan honderd jaar terug. Al snel na de oprichting van Scouting ontstonden er ook Scoutingorganisaties in Nederland. Inmiddels bestaat Scouting al meer dan honderd jaar!
Scouting is in 1907 opgericht door Lord Baden-Powell. Scouting Nederland is ontstaan uit een fusie van de diverse padvindersverenigingen die ons land vroeger kende. Sinds deze fusie is de naam ‘padvinder’ veranderd in ‘scout’.
De Geschiedenis van Baden-Powell
Het begon allemaal aan het begin van deze eeuw met 1 man: Lord Baden-Powell. Op 22 februari 1857 wordt Robert Baden-Powell geboren. Hij is geen erg goede student want hij besteed zijn tijd liever aan andere dingen. Hij trekt er graag op uit, de bossen in, tot grote ergernis van zijn leraren.
Na de middelbare school kiest hij voor het leger en dat blijkt een goede keuze te zijn. Hij maakt snel carriere en wordt uitgezonden naar India. Na vele omzwervingen komt hij uiteindelijk in Zuid-Afrika terecht. Ondertussen heeft hij een boek geschreven: “Aids to Scouting” bestemd voor verkenners in het leger.
Hij is nog in Zuid-Afrika als in 1899 de Boerenoorlog uitbreekt. Baden-Powell wordt belast met de verdediging van het grensplaatsje Mafeking. Als Mafeking eindelijk bevrijd wordt hebben de troepen van Baden-Powell een beleg van 7 maanden doorstaan. Baden-Powell keert terug naar Engeland als een held: “de held van Mafeking”.
Tot zijn grote verbazing zijn jongens zijn boek, gescheven voor soldaten, gaan lezen en zij spelen een spel….. als B.P.-Scouts. Dit vindt Baden-Powell eigenlijk helemaal niet prettig. Hij vindt dat jongens jongensboeken moeten lezen.
Daarom besluit hij “Aids to Scouting” te herschrijven. Maar eerst wil hij zijn ideeen testen. In augustus 1907 organiseert hij een proefkamp op Brownsea Island met 21 Londense jongens. Het kamp wordt een groot succes. Vlak daarna (1908) verschijnt zijn boek “Scouting for boys” en het wordt een bestseller in Engeland.
Scout-troepen rijzen als paddestoelen uit de grond. Kopieen van zijn boeken worden door jongens over de hele wereld gelezen. Ook in Nederland…
In 1910 installeerde Baden-Powell in Den-Haag de eerste Nederlandse verkenners. Rond deze tijd starten in Engeland ook de eerste meisjesgroepen: The Guides (padvindsters/gidsen in Nederland).
Nu zijn er over de wereld 38.000.000 jongens en meisjes in meer dan 160 landen die het spel van verkennen spelen.
Scouting Irmin-Taweb
In de speciale jubileumuitgave van de Irminplus in 1995 (de groep bestond toen 50 jaar) stonden we natuurlijk stil bij de geschiedenis van de groep. Een hele klus, omdat er vooral uit de beginperiode weinig bekend is. In 1975 heeft Martijn Stöfsel de geschiedenis van de welpen uitgezocht en in 1980 heeft Theo de Vries indertijd de geschiedenis van de verkenners uitgezocht. Met behulp van hun stukjes uit de Irminplus en nieuwe informatie die de weken daarna door oud-leden zijn aangedragen zal de geschiedenis van onze groep verteld gaan worden. De informatie van de periode 1975 – 1995 jaar komt uit het Ir-plus archief en de herinneringen van Martijn Stöfsel. Het verhaal is aangevuld met leuke herinneringen die door verschillende leden en oud-leden zijn ingestuurd. Na 1995 is de geschiedenis steeds aangevuld door verschillende leden van de Irmin-Taweb groep.
De naam IRMIN
Irmin was een heidense Germaanse god die in de bossen op de Veluwe huisde. Hij had volgens de overleveringen een heiligdom op een heuvel in het bos bij Drie. Men vermoedt de Driesche berg. De bossen bij Drie werden dan ook de bossen van Irmin genoemd oftewel zoals men dat toen noemde, het Loo van Irmin, kortweg Irminloo. Later werd het dorp Ermelo er naar vernoemd, dus het lag wel voor de hand dat men onze groep later de Irmingroep noemde.
Toch heeft onze groep een aantal jaren de Reynoud van Gelre-groep geheten, maar toen men erachter kwam dat dit helemaal niet zo’n aardige man geweest was, is de naam veranderd in Irmin. De stichting scouting Irmin heeft deze naam tot 1975 nog gedragen.
Irmin door de jaren heen
1945 Op 6 juli 1945 werd onze groep opgericht en wel door de dames Lassche, Braamburg en Luiting en de heer Suttorp. De dames Lassche en Braamburg gingen zich bezig houden met de welpen, mevr. Lassche werd Akela, en de troep kreeg als leiding Hopman Suttorp. Mevr. Luiting trok zich terug, om zich later in het woelige padvindersleven te storten.
1946 Van de welpen is vanaf 1946 vrijwel constant een logboek bijgehouden. Hierdoor kunnen we een heleboel over de horde te weten komen. Van de verkenners zijn er van voor 1952 geen logboeken bekend en dit is dan helaas ook een onbekende periode voor ons.
De groep beschikte in het begin nog niet over een eigen onderkomen. Men kwam op zaterdag bij de Hopman en de Akela thuis bij elkaar. Er waren toen, vlak na de oorlog, nog weinig fietsen dus trokken de horde en de troep lopend de bossen in. Bij slecht weer werd er gewoon geen opkomst gehouden omdat er geen ruimte was. In het logboek wordt zelfs een middag verhaald, waarop de welpen lopend heen en weer gingen naar een soort districtsmiddag in Harderwijk. Dat is meer dan 10 kilometer op 1 middag!
1947 In die tijd kende men ook al de gewoonte om ieder jaar op zomerkamp te gaan. Zo, lezen wij, gingen de welpen in 1947 met een vrachtwagen van bakker v.d. Vegt naar Nunspeet toe waar een zomerkamp gehouden werd. Twee verkenners gingen dan mee om te koken.
In 1948 was het kamp in Hulshorst.
In 1949 wordt Akela Lassche ADC-W, (assistent districts commissaresse – welpen), en neemt Akela Toeter de Horde over. Raksha Braamburg is inmiddels getrouwd en is daardoor uit de groep verdwenen.
1950 Dit jaar gaat de Horde op zomerkamp naar Putten waar zij op een weiland bivakkeren. Akela Toeter die de horde vanaf 1948 leidde, houdt er in 1951 mee op. Akela Lassche komt nu weer terug. Er verschijnt nu ook een man bij de leiding, de Hr. van Eikenhorst die de naam Hathi krijgt. Helaas moest deze in 1952 ook met de padvinderij stoppen omdat hij in dienst moest. Verder is er nog Bagheera Keur, die haar intrede doet om jarenlang actief mee te werken aan de horde.
De horde bestond in die tijd uit drie volledige nesten, het witte, zwarte en rode nest.
Vroeger moest men elke middag contributie meenemen die voor de opkomst aan de Akela betaald werd.
Op Groot-Emaus bestond toen ook een padvindersgroep, de van Arkelgroep die in 1975 werd opgeheven. Dit was een grote groep met twee hordes en 1 troep. Vele padvinders activiteiten van de horde en de troep werden dan ook jarenlang trouw samen gedaan, zoals: de Kerstviering en het Sinterklaasfeest, waarvoor dan zalen op Groot-Emaus beschikbaar waren.
Eind 1951 klinkt er heuglijk nieuws in de Ermelose padvinderswereld. De Irmingroep krijgt een hordehol en het is eindelijk afgelopen met het eeuwige gezwerf van zomerhuisje naar zomerhuisje. Dit hordehol annex troephuis was een stenen schuur die zich op het terrein van J. Pul op de Zandkampweg bevond.
In 1952 wordt het zomerkamp van de welpen in Loenen gehouden. Er heeft zich inmiddels weer een verandering bij de hordeleiding voorgedaan; in de plaats van Hathi van Eikenhorst, die in dienst moest, komt nu de dochter van Akela Lassche, die de rimboenaam Chil krijgt.
Grote ontsteltenis is er op een middag, als blijkt, dat het hordehol bezet is. Het zit vol met kuikens, wat ook de oorspronkelijke bestemming van de schuur is, en de padvinderij kan naar zijn onderkomen fluiten. Gelukkig wordt er al snel een nieuw hordehol aangeboden: een kippenschuur op de Volenbekerweg.
De troep bestond in die tijd uit drie patrouilles: wolven, vossen en leeuwen. Er waren twee vaandrigs, Houwing en Rekker en de hopman.
Vaandrig Houwing werd in 1953 hopman. Toen kwam er ook een vaandrig Eikenhorst bij.
De troep had in die tijd al een troephuis. Het was een oude schuur of een zomerhuisje.
Men kwam daar iedere zaterdagmiddag bij elkaar om half 4. Meestal werd er pas om 4 uur geopend omdat er geen leiding was, die moest dus gehaald worden.
De patrouilles draaiden toen heel erg zelfstandig, ze maakten hun eigen programma’s. Vele zaterdagmiddagen werden er toen ook zonder leiding gehouden. Na de opening en de inspectie trokken de verkenners de bossen in, want het troephuis was veel te klein om de programma’s daar te houden. Ze maakten lange tochten of er werden vuurtjes gemaakt om stokbrood, banaan met chocolade (dat kenden ze toen ook al) te bakken of aardappels te poffen. Iedereen droeg een hoed, korte broek (in ieder jaargetijde) en had een verkennersstok van ongeveer 2 meter.
In 1953 was er een installatie zonder hopman, omdat die ziek was en zonder ouders, omdat er voor hen geen plaats was in het troephuis.
Bij de welpen vertrekken dit jaar Akela en Chil Lassche uit Ermelo. Bagheera Keur wordt nu Akela en een gezinslid wordt Wontholla Keur. Verder komen er een Bagheera Vogel en een Raksha Haaksma bij de Horde. Er waren wederom problemen met de behuizing en in dit jaar betrekt de horde een kampeerhuisje aan de Drieërweg.
Eind 1953 komt Chil Makaske bij de horde.
Eindelijk krijgt dan de Irmingroep in 1954 een eigen vast onderkomen aan de Kalkoenweg. Ze waren het heen en weer gezwerf van zomerhuisje naar zomerhuisje beu. Het geld hiervoor (f.4000,=) kwam bijeen doormiddel van een renteloze obligatie lening. Het troephuis werd grotendeels door de verkenners gebouwd.
Dhr Luiting werd beheerder van dit nieuwe clubhuis.
In 1956 laten zich weer nieuwe gezichten in de horde zien, n.l. mevr. Luiting en mevr. Baayen. Helemaal nieuw zijn deze gezichten niet want mevr. Luiting heeft ook al bij de oprichting meegeholpen. Mevr. Luiting werd Akela en Mevr. Baayen werd Hathi. Verder was er mevr. H. Garderenbroek, die de functie van Raksha op zich nam. De hordemiddag was een woensdagmiddag. De middag begon met het ophalen van de contributie. Hierna was de horderoep: Akela stond midden in het hordehol of op het veldje bij de Raatsrots. Alle welpen moesten zich in de buurt verstoppen; Akela wachtte net zolang totdat iedereen goed verstopt was. Zij riep dan: Yalehiehieee! Alle welpen antwoorden haar dan met Hieeee! terwijl ze uit hun schuilplaatsen tevoorschijn kwamen en op Akela afstormden. Daarna stelden ze zich in nestformatie rond Akela op en de horde-opening begon, gevolgd door de vachtenschouw. Hier werd gecontroleerd of je o.a. een potlood, papier, pleister en een touwtje bij je had en je je handen wel had gewassen e.d. Het nest dat aan de vachtenschouw voldeed kreeg een lintje of een leertje, en in de loop der tijd kreeg het nest met de meeste lintjes of leertjes een prijs. Er waren in deze tijd vier nesten: Zwart, Grijs, Wit en Rood. Een opmerkelijk feit is dat op 10 oktober 1956 de eigen groepsvlag werd aangeboden. Deze vlag bestaat nog steeds, en is dus al bijna 40 jaar oud.
Tot 1956 weten we niets over de zomerkampen van de verkenners. In dit jaar ging de troep op zomerkamp naar Rijssen (Ov.) Het vervoer ging met de vrachtwagen. De verkenners moesten per persoon f.15,= betalen, de ouders vonden dat erg hoog. De verkenners konden dit geld samenbrengen door oud papier te verzamelen.
Van de opbrengst mochten de leden 15% voor zichzelf houden, de rest was bestemd voor het troephuis. Dus van iedere gulden kon hij 15 cent in zijn spaarpot stoppen. Het kampgebeuren ging toen ook al in thema.
Voor dat jaar kreeg de Irmingroep een verzoek van “Interpol” om een veedievenbende op te rollen, die zeer tot last van de omwonende boeren in de landstreek Twente opereerden.
In 1957 werd het troephuis weer verbouwd, er werd een waslokaal achter aan het troephuis gebouwd. Het zomerkamp van 1957 werd gehouden op het eiland Texel (Den Koog) waar men naar hartenlust kon kamperen zonder enige last te hebben van vakantiegangers, die er in die dagen maar in geringe aantallen waren.
De hopman was de heer Laros en de Oubaas was de heer Paalberends. Er gingen in totaal 24 verkenners mee. Er was eigenlijk geen thema, alleen een aantal spelen die verband met elkaar hadden. De verkenners moesten in opdracht van de Amsterdamse Recherche een opiumsmokkelaarsbende, die op Texel zat, ontmaskeren. De welpen gingen dit jaar op zomer kamp naar de padvindersboerderij “De Laarhoeve” te Ommen. Dit zomerkamp wordt in een Chinese sfeer gehouden: alle welpen waren verkleed als Chinezen. Dit is het begin van de jaarlijkse terugkerende traditie va de welpen-zomerkampen, verkleed in de klederdracht van een bepaald land. Aan het einde van het jaar werden er fruitbakjes gemaakt voor “zieken en eenzamen”, die door de welpen worden weggebracht. Een zeer leuke bezigheid.
We zijn in 1958 aanbeland. In het Ermelo’s Nieuwsblad wordt “een oproep aan alle energieke jongelui in Ermelo” geplaatst, waarin men nieuwe leiding vraagt. In januari wordt er een grote oud-papier-actie door de welpen en de verkenners gehouden. Op 1 middag halen zij 2200 kilo op, waar zij toen 1100,- gulden voor ontvingen. Sint. Jorisdag werd toen ook gevierd. Men was om 7 uur in de morgen op het troephuis waar geopend werd. Men ging dan in uniform naar school en kwam dan op de avond weer terug naar het troephuis waar dan een kampvuur was.
In mei wordt er een districtsrally gehouden, waarbij alle welpen in optocht door het dorp gaan, voorafgegaan door de padvindersdrumband uit Amersfoort. De Irmingroep was in deze jaren heer erg actief op districtsniveau. Dominee Graafstal was oubaas van de Irmingroep en was districtscommissaris. Samen met hopman Laros brachten zij geregeld een districtsblaadje uit. In juli gaan de welpen weer naar de padvinderboerderij in Ommen met als hoogtepunt de Olympia (sportdag), waar alle welpen verkleed aan deelnamen.
De verkenners gingen in 1958 op zomerkamp naar de Poppe, gemeente Lutte (bij Oldenzaal). De leiders die meegingen waren hopman Laros en R. Sybrandy en nog twee voortrekkers. De verkenners gingen op de fiets naar de Lutte. In de logboeken komen we alle rekeningen, foeragelijsten, brieven en menu’s tegen. Zo lezen we dat ze elke dag havermout en karnemelk aten. Het brood koste in die tijd maar liefst 44 cent. Dit jaar wordt ook het troephuis weer verbouwd. Er werd een welpenlokaal naast het oude gebouw neergezet. Het oude gebouw werd helemaal voor de verkenners.
Aan het einde van het jaar komen alle welpen en verkenners uit het district samen in een zaal op Groot Emaus om daar gezamenlijk het Kerstfeest te vieren.
In 1959 gaan de welpen op zomerkamp naar Noordwijk aan Zee, waar zij een prachtig kamp hadden, dat als thema zeerovers had. Alle welpen waren verkleed als zeerovers. Alles werd op zijn zeerovers gedaan. Zo had men een monsterrol, matrozenkoor en waren er geen nesten maar maatschappijen zoals bijv. “De Stoomvaart Mij. Irmin” en de “Irmin- Amerikalijn”.
Nogmaals een verbouwing dit jaar. Achter het vorig jaar gebouwde nieuwe welpenlokaal kwam een keuken en staflokaal.
In 1960 waren er bij de verkenners 4 patrouilles; Houtduiven, Valken, Spechten en Spreeuwen. In maart neemt hopman Laros afscheidt van de Irmingroep omdat hij naar Canada verhuist. Zijn taak word tijdelijk overgenomen door Vaandrig Rekker. De patrouille Houtduiven, geleid door Marty Luiting, veroverden een eerste plaats op de Districts Patrouillewedstrijden in Putten, zodat ze werden uitgezonden naar de Landelijke Patrouillewedstrijden in Ommen. Van de 48 patrouilles wisten zij beslag te leggen op een eervolle vierde plaats. In mei organiseerde de van Arkelgroep een districtsrally, de jubileumbeker werd gewonnen door de Irminners. Het verkenners zomerkamp ging naar het Noord-Hollandse Laren.
De welpen gingen dit jaar weer op zomerkamp naar Noorwijk aan Zee. Het was een Perzisch kamp. Alle welpen hadden van hun moeders een pakketje meegekregen waarin Perzische kleren zaten die de moeders stiekem gemaakt hadden. Dat was een prachtige verrassing en het was dan ook een zeer geslaagd kamp.
In 1961 won de patrouille Houtduiven voor de tweede maal de Districts Patrouillewedstrijden, maar in Ommen kwamen zij niet verder dan de 24ste plaats. Het thema van het welpen zomerkamp was dit jaar de riddertijd. Iedereen was getooid in volledige wapenuitrusting met zwaard, helm en schild. De horde is inmiddels uitgegroeid tot 6 nesten.
In het begin van de jaren 60 ging het niet zo goed met de verkennerstroep. De patrouilles slonken tot 3 en de patrouilles Valken, Houtduiven en Sperwers telden gezamenlijk op een gegeven moment nog maar 12 verkenners.
Begin 1962 werd Marty Luiting geïnstalleerd tot vaandrig. Dit jaar werd er geen zomerkamp gehouden. De welpen hadden wel een zomerkamp in Ommen met een Schots thema.
In april 1963 vonden de patrouillewedstrijden plaats in Harderwijk. De Valken behaalden een 7de plaats, de Houtduiven een 10de.
Het zomerkamp van 1963 van de verkenners ging naar Ada’s Hoeve in Ommen. Men liep toen al een hike van een paar dagen en bereidde de laatste dag van het kamp het eten op houtvuurtjes. Het vervoer ging met een vrachtwagen. Als afsluiting van het jaar hield men een bazaar in het troephuis.
In 1964 wordt dhr. Visser hopman, hij kwam als eerste met de verkenners in aanraking toen hij op een zaterdagmiddag enige jiu-jutsi-technieken demonstreerde.
In juni was er een programma met de zeeverkenners. Er werden diverse vlotten gebouwd. Het zomerkamp ging wederom naar Ommen.
In 1965 ging de troep op pinksterkamp naar Lunteren. Voor het zomerkamp wordt de vierde patrouille weer in ere hersteld; nml. de Zwaluwen. In 1965 bivakkeerden de verkenners ook op Ada’s Hoeve in Ommen.
Er werden onder andere roeiwedstrijden gehouden op de Vecht. Ook de welpen gingen dit jaar weer naar Ommen. In de padvindersboerderij hadden zij een indianenkamp. Dit moet een machtig kamp geweest zijn. Iedereen liep in indianenkledij rond. Zelfs de wigwams en de squaws waren aanwezig.
De vredespijp werd het hele kamp gerookt, terwijl de strijdbijl gedurende het kamp gelukkig begraven bleef. De verkenners hielden in het najaar een B.B.-oefening en liepen de Gemsenmars in Ermelo.
In 1966 word de contributie nog steeds contant per maand geïnd.
Dit gaf natuurlijk een ontzettende rompslomp, zodat het niet lang duurde of een girorekening wordt erbij gesleept. De Sperwers mochten dit jaar naar de Nationale Patrouillewedstrijden.
Marty Luiting werd hopman van de verkenners. Hopman Visser werd groepsleider. In juni werden in het zwembad van Groot-Emaus de distr. zwemwedstrijden gehouden waar hopman Visser en hopman M. Luiting een eerste plaats wegsleepten. Het zomerkamp ging voor de vierde maal naar Ommen. Een sportdag, 2-daagse hike, vlotten bouwen en pionieren stonden op het programma. In sept. werd weer de Gems-mars gelopen.
Herinnering van Klaas Bil: De kampdoop
Wie voor het eerst met de verkenners op zomerkamp ging, werd gedoopt. Mijn eigen kampdoop, in 1965 of 1966, was vrij simpel: om vijf uur ‘s ochtends werden we ruw gewekt en door het bedauwde gras naar de Vecht gedreven (we kampeerden op Gilwell Ada’s Hoeve bij Ommen). Daar hield iemand van de leiding een toespraak waarin wij tot lid van de VroWaTra werden benoemd, de Vroege Water Trappers. En daarna de Vecht in met pyjama en al, brrr.
In latere jaren werden kampdopen duivelser, en met name de branieschoppers werden stevig aangepakt. Ik herinner me een geblinddoekte tocht door het bos, midden in de nacht gewekt natuurlijk met slaperige koppen. Bij een eng verlichte plek moest de blinddoek af en zag de dopeling een al dan niet gemaskerde man staan in een lange mantel.
Een onverbiddelijk strenge stem: “Heb je in dit kamp wel goed om je heen gekeken?”
“Ja meneer.”
“En wat heb je gezien? ”
“??”
“Je hebt gezien dat iedereen een rondje in zijn buik heeft, jongen. Het teken van de Orde van VroWaTra. ”
“??”
(Met stemverheffing): “En als je dat niet gezien hebt, DAN HEB JE NIET GEKEKEN, JONGEN! En dat rondje gaan wij bij jou nu ook maken.”
Een helper met een tang en een Primus petroleum-vergasser had inmiddels een tentpen met een rond oog roodgloeiend gemaakt, of nog liever witgloeiend. De strenge man bewoog in de nachtelijke duisternis de gloeiende tentpen tergend langzaam naar de blote buik van het slachtoffer tot deze de gloeiende hitte van heel dichtbij voelde. Vlak voor het moment suprême gooide een andere helper een waterzak vol koud water vanuit een boom over het arme slachtoffer heen, waarmee deze was toegetreden tot de Orde van VroWaTra.
Op de patrouillewedstrijden van 1967 werden de Houtduiven derde. In juni werd het troephuis vernieuwd, want er waren problemen met de schoorsteen en het dak lekte, zodat de groep een nieuwe schoorsteen en een nieuw dak kreeg. Het zomerkamp van 1967 werd gehouden in Ruurlo. De verkenners gingen er met de fiets heen. Het zomerkamp van de welpen stond dit jaar in het teken van zigeuners.
In 1967 wordt ook bekend dat Akela Luiting en Hathi Baayen binnenkort met de padvinderij gaan ophouden, er wordt dan koortsachtig naar nieuwe leiding gezocht. Gelukkig geven zich drie mensen als leiding op, t.w. de heer en mevr. Kernkamp en mevr. de Lange. Op 11 november 1967 is het grote afscheidsfeest van Akela Luiting en Hathi Baayen. Akela Luiting heeft meegeholpen de Irmingroep te stichten en daarna de padvinderij, met name de welpen, gedurende 15 jaar (!) gediend, terwijl Hathi Baayen 6 jaar de padvinderij van dienst is geweest. Het afscheid wordt een grandioos feest. Akela en Hathi installeren voor het laatst een aantal welpen. De rest van de welpen heeft een toneelstukje en een aantal liedjes ingestudeerd, terwijl er ook een “modeshow” is van de kampkleding, die in de Griekse, Perzische, Indiaanse en Schotse kampen werden gedragen. Akela krijgt een bord met de inscriptie “Impeesa”. De leiding ging dus over in handen van mevr. en dhr. Kernkamp en mevr, de Lange die de functies van respectievelijk Akela, Baloe en Raksha kregen. Eind 1967 viert de groep gezamenlijk het Kerstfeest.
Herinneringen van Martijn Stöfsel:
Mijn scoutingtijd (padvinderstijd zou ik toen zeggen) herinner ik me eigenlijk als één lange plezierige tijd, waarin je met vallen en opstaan opgroeide en veel ruimte om te experimenteren had. Er waren ook momenten die een enorme indruk achtergelaten hebben.
– Het overlijden van een mede welp, Peter, op 9-jarige leeftijd. De eerste confrontatie met de dood. Met de horde in korte broek en wit overhemd op de begraafplaats.
– Het eerste zomerkamp met de welpen is het zigeunerkamp in Ommen. Als 7-8 jarig jongetje was het een hele stap zo’n hele week zonder ouders.
– Ik herinner me hoe het oude troephuis van voor de verbouwing in 1973 , het water uit de (viezige) keuken dat altijd een eigenaardige sterk ijzerhoudende smaak had.
Verder is het een brij van plezierige herinneringen, die zich opdringt….. (zie verdere herinneringen)
In februari 1968 werd bij de verkenners een vijfde patrouille opgericht, een hoogtepunt dus Deze kreeg de naam Antilopen. In maart hadden de welpen en de verkenners een gezamenlijke kermis, de opbrengst kwam ten goede aan het revalidatiecentrum voor geestelijke gehandicapten te Harderwijk. Het zomerkamp van de verkenners ging naar de Achterberg bij Arnhem. Op het bezoek stond o.a. een bezoek aan het Airborne museum in Arnhem.
Het jaar 1969 begon al meteen met een grote happening: Het centrum voor geestelijke gehandicapten werd geopend en de groep bood daar bij de opening een vlag aan. Dat was een hele gebeurtenis. De welpen kregen er zelfs vrij van school voor. Ene mevr. de Baar heeft in deze tijd de leiding ook nog een tijdje geholpen.
Op 22 februari 1969 werd de verjaardag van Baden-Powell gevierd met de gebruikelijke Boerenkoolmaaltijd. Het welpenkamp vond dit jaar plaats in Staverden. De verkenners gingen weer naar Arnhem en bezochten de Hoge Veluwe en reden een fietshike. Tijdens een avondspel hoorden de verkenners de 1e maanlanding op een draagbare radio. Ter afsluiting van dit jaar vierden alle padvinder(st)ers, welpen, kabouters en zeeverkenners uit het district gezamenlijk Kerstfeest in Harderwijk.
Herinnering van Klaas Bil: Een koud winterkamp
Eind zestiger jaren zagen de Irminscouts er geen been in om ook ‘s winters weekendkampen te houden. Ergens in februari stond een weekend gepland achter Staverden. Zaterdagmiddag zouden we vertrekken. Op de fiets natuurlijk. Die ochtend sloeg het weer echter volkomen onverwacht om: een snijdende oostenwind joeg het kwik tot ver onder het nulpunt. Normaal werd iedereen geacht bij een weekendkamp mee te gaan (bijzondere omstandigheden daargelaten), maar nu gebeurde iets bijzonders:
de leiding wilde het kamp niet door laten gaan maar op aandringen van een paar die-hards werd het een vrijwillig weekendkamp. Een stuk of acht jongens fietsten in de bittere kou naar een open plek in de buurt van Kasteel Staverden en zetten daar de tentjes op na plaatselijke verwijdering van ca 15 cm sneeuw. Water hadden we alleen door sneeuw te smelten op gasbrandertjes (of hadden we alleen nog Primus petroleum-vergassers?) die het nauwelijks deden door de kou. De belangrijkste activiteit was het vergaren van hout voor een vuur in het midden van het kampje, dat ook in de nacht brandende werd gehouden. Je had in je slaapzak toch al je kleren aan dus kon je er ook wel even uit om niet dood te vriezen. Klaas Bil had een geijkte thermometer meegenomen die in de vroege ochtend -15,2˚C aanwees. Het voelde wel goed om dat meegemaakt te hebben.
M. Luiting is nog steeds Hopman als we het jaar 1970 ingaan. We merken op, dat rond de jaarwisseling twee patrouilles verdwijnen n.l. de Valken en de Sperwers. In januari brachten de verkenners een bezoek aan het BB-hoofdkwartier in Harderwijk (nu de C.A.I.). Er werden onder andere de commandokamer, de telefoon- en elektrische centrale en de opslagplaatsen voor mobilofoons en radioapparaten bezocht. Het zomerkamp viel samen met Jongensstad 70 in Ommen. Dit was een enorme padvindershappening ter gelegenheid van het 60 jarig bestaan van het N.P.V.(Nederlandse Padvinders Vereniging) zodat ze daar heen gingen. Het was een groots en geweldig kamp. Hopman Luiting brak echter wel zijn been op dit kamp.
Raksha de Lange moest wegens verhuizing met de padvinderij stoppen, maar het echtpaar Nieboer kwam daarvoor in de plaats.
In 1971 gingen de verkenners voor het eerst op zomerkamp naar het buitenland. Het zomerkamp werd gehouden in het Belgische Eupen. De troep -16 verkenners en 4 leiders- ging er per vrachtwagen heen. Op het zomerkamp werden de nieuwe verkenners geïnstalleerd en ook dhr. Staals als de toekomstig nieuwe hopman. De hike die door de Hautes Fagnes liep, stond in het teken van een aardbeving vlak bij het kampterrein. Mede doordat er geen drup regen viel was het eerste buitenlandse kamp bijzonder geslaagd. Het enige nadeel was dat er een enorme muggen en vliegenplaag was dit jaar. Sybbe Visser was onherkenbaar na een aanval van muggen tijdens de hike. De patrouille Antilopen wonnen de hike en veroverden de kampprijs. Na het zomerkamp nam Hopman Staals de functie van hopman M. Luiting over van de troep. M. Luiting werd groepsleider.
De welpen gingen deze jaren ieder jaar op kamp in Staverden bij het buurthuis.
Dit jaar vierde de groep ook het 25-jarig jubileum. Er werd dan ook een open dag gehouden. Een oproep in het Schilders Nieuwsblad deed veel padvinders naar het troephuis bewegen. Vertegenwoordigers van padvindersgroepen uit Putten, Ermelo, Harderwijk, Lelystad, Nunspeet, en ‘t Harde en tevens ook de oprichters Akela Luiting, Akela Lassche, en de Hoplieden van Eikenhorst en Rekker en vele genodigden kwamen op die middag. Rondom het troephuis waren vele stands ingericht zoals een stand met foto’s en dia’s over zomerkampen e.d. De welpen voerden onder leiding van akela Kernkamp een groot Apenspel op. Een ludiek postenspel, kabelbaan, een barbecue en zelfs een bar gaven aan deze feestmiddag een boeiend karakter. Ze kregen vele cadeaus, waaronder een hike-tent, materiaal voor handenarbeid, cadeaubonnen en bijlen. Na het jubileumfeest merken we dat er veel samenwerking komt tussen de verschillende groepen en de Irmin. Er waren diverse gezamenlijke programma’s met de Ragay-groep en de TAWEB.
Herinnering van Klaas Bil: Zomerkamp in Eupen
In 1971 was het, meen ik, dat de troep voor het eerst in het buitenland op zomerkamp ging, en wel in Eupen, in de Belgische Ardennen. Met Pinksteren of daaromtrent was een verkenningstocht gemaakt door de leiding en met een boer afgesproken dat we op zijn hooiland mochten kamperen. In juli gingen we dan, met een vrachtwagen die niet ingericht was voor personenvervoer, dus de zeilen aan de achterkant moesten dicht en geen koppen naar buiten steken. Stanley Moes moest onderweg nodig pissen en vroeg, ja smeekte, om hiervoor te stoppen. De communicatie naar bestuurder en bijrijder ging niet al te gemakkelijk door een klein glazen ruitje in het lawaaiige voertuig, te midden van 20 jongens die door het hilarische van Stanley’s verzoek flink aan het joelen waren. “Dan doe ik het zo naar buiten” dreigde Stanley. Dat geloofden we niet, maar jawel, Stanley knoopt zijn gulp alsmede het vrachtwagenzeil open en zeikt bij 80 km/u. De helft van de zeik sloeg door de turbulentie terug in zijn gezicht, maar dat nam hij graag voor lief. Het luchtte flink op!
In elk zomerkamp in die dagen hoorde een tweedaagse hike. In dit geval was de overnachting bovenop de Belgische Hoge Venen (Haute Fagnes), een drassige hoogvlakte die werkelijk vergeven was van de kleine kriebelvliegjes. Ze kropen in je kleren, in je tent en in je ogen, oren, neus en mond. Sommige jongens bleven redelijk stoïcijns, maar er waren er ook die helemaal over de rooie gingen.
Ze werden compleet ontoerekeningsvatbaar en begonnen de boel kort en klein te slaan in een vergeefse poging de beestjes af te schrikken of ze schreeuwden constant “Godverdomme, godverdomme!”. Een aparte belevenis, kon je wel zeggen.
In februari 1972 hielden de verkenners een winterkamp in een militair oefendorp op schietterrein “de Harskamp”.
En toen na vele maanden van voorbereiding het langverwachte zomerkamp in Okehampten en de mini-jamboree in Torbay, beide in Engeland. Ze kampeerden in het troephuis van een Engelse groep. Ze deden met deze groep, de First Okehampten Scout Group, vele gezamenlijke programma’s zoals hiken, sporten en bergbeklimmen. Erna kwam de Jamboree in Torbay, waar 2500 buitenlandse scouts deze gebeurtenis hebben meegemaakt. Hopman Staals kwam een oude vriend uit de oorlog tegen, het was een geweldig kamp.
Na het zomerkamp werd het troephuis, dankzij een fikse subsidie van de gemeente verbouwd en vernieuwd. Er werd een geheel nieuwe keuken, staflokaal (nu damestoilet), toiletruimte met daarbij een douche (nu herentoilet) en een stores (nu beverlokaal) gebouwd. Het in gebruik nemen van het gemoderniseerde troephuis gebeurde tijdens een ouderavond over het komende zomerkamp, tevens werden er nieuwe verkenners geïnstalleerd.
Herinnering van Siebe Visser: Uitwisseling met een Engelse scoutinggroep in Zuid-Engeland in de omgeving van Revonshire. Wij zouden twee weken bij de familie van een scout logeren. Onze familie bleek een Engelse dierenarts, die tevens kunstenaar was, te zijn.
Achteraf bleek dit een van de leukste kampen geweest te zijn die ik ooit heb meegemaakt.
Na twee weken logeren hadden we nog een week mini jamboree waar we met diverse scouts uit verscheidene landen onze activiteiten hadden.
Wat opviel was hoe relaxed de Hollanders waren in hun doen en laten. Veel strenger ging het bij de Amerikanen en de Engelsen. Wij vonden dat wel “amusing”. Bij een uitje naar een havenstad moesten we met Engelse scouts in één bus. De Engelsen hadden de gewoonte om zwaar te ontbijten (spek en eieren). Ze vlogen als eersten de bus in om maar achterin te kunnen zitten. De bus was nog geen 5 min. onderweg of de eerste kwam al naar voren om te kotsen. Hopman Staals gaf de Engelse Hopman, die de jongen naar buiten begeleidde, een sigaretje als sterkte. Uiteindelijk heeft dat ritje hem een pakje sigaretten gekost met al dat gekost. Affijn 3 onvergetelijke weken.
Op de nieuwjaarsreceptie van 1973 werd bekend gemaakt dat er een stam opgericht zou worden.
6 januari 1973 was de oprichtingsvergadering van de Thri-stam, genoemd naar het heiligdom van de god Irmin. Bernard Luiting werd de “Jongbaas” van deze stam en Klaas Wijchman werd stamleider. Deze maand kwam ook de fusie van de diverse landelijke scoutingverenigingen tot stand. In februari van dit jaar hebben de verkenners voor het eerst een gezamenlijk weekendkamp met de TAWEB. Het aantal patrouilles steeg naar 4. Naast de Houtduiven, Antilopen en Houtduiven werd de patrouille Valken weer in ere hersteld. Bij de districts patrouillewedstrijden werden de Valken en de Antilopen resp. derde en vierde.
Het pinksterkamp in Nunspeet (PiKaNu) stond geheel in het teken van “die goede oude tijd”. Het kamp werd dan ook PiKaTOEN genoemd.
Tijdens het zomerkamp kwamen de Engelse scouts uit Okehampton hierheen om hun zomerkamp met de Irmin te houden. Dit gebeurde op Ada’s Hoeve in Ommen.
De Irminners gingen daar op de fiets heen, de Engelse scouts met auto’s van ouders. Het hele kamp werkte men samen zoals een gezamenlijke hike en sporten. In november werd in Amersfoort het landelijke bureau van Scouting Nederland geopend, waar ook de Irmingroep op deze feestelijke gebeurtenis aanwezig was. Ook de toenmalige koningin Juliana was daarbij.
Deze maand kwam ook voor het eerst de Irminplus uit. De Thri-stam gaf dit blad iedere maand uit. Sinds het uitbrengen van de Irminplus krijgen we een enorme hoeveelheid informatie over het wel en wee van de Irmingroep. We blijven ons echter beperken tot de hoogtepunten.
Ook in 1974 deden er een aantal verkenners mee aan de H.I.T. te Harderwijk. Martijn Stöfsel en Bram van Beek behaalden een eerste plaats bij de zwervershike. Het verkenners zomerkamp van 1974 vond plaats in Zuid-Limburg, om precies te zijn in Brunssum. Het kamp zou 2 (!) weken duren en de fietsen waren dan ook meegegaan. Voor onze toenmalige hopman Staals was het dubbel plezierig. We kampeerden immers in de streek waar hij zelf gewoond had. Het kampeerterrein lag aan de rand van de hei, vlakbij een oude mijn. Het grappige was dat als je het paadje naast ons tentenkamp overstak je in de gemeente Heerlen stond. Er ontstonden uitdrukkingen zoals “even naar Heerlen gaan”, wat betekende dat je even een plasje ging doen. De tweede week kwam toenmalig welpenleider Frits Nieboer een weekje kijken. Na het zomerkamp zou hij de taak van hopman overnemen van hopman Staals. Tijdens het kamp was er een fietshike, een loophike en een nachthike, waar alle drie de patrouilles verdwaalden. Rob Boerman werd aangehouden en uitvoerig gefouilleerd door de Duitse grenswacht. Hij liep namelijk aan de Duitse zijde van een riviertje. De welpen hadden dit jaar een zomerkamp bij het troephuis met o.a. als programma een bezoek aan het dierenpark Amersfoort.
In september nam hopman Staals afscheid van de troep. Hij werd groepsleider omdat Marty Luiting als groepsleider afscheid van de groep nam. Hopman Nieboer nam het van hem over.
Eind december werd er een begin gemaakt met de beroemde uitstapjes van de Irminleiding en stam. De reis ging naar Parijs en er werd geslapen in een woonboot op de Seine.
De stam begon het jaar met het jaarlijkse eeuwfeest, de verjaardag van de stam. Dit vond plaats bij het Boshuis te Drie en het Solse Gat, daar kwam de stam in contact met de God Irmin.
Rond 1975 kon de stam beschikken over een 22 meter lange Klipperaak “Linguenda” van Edmond van der Well. Met dit schip werden in deze jaren diverse boottochtjes ondernomen.
22 februari was er in Hulshorst de B.P. wandelmars. In mei mocht er weer een patrouille meedoen aan de landelijke patrouille wedstrijden. De patrouille Antilopen, met o.a. Martijn Stöfsel als PL en Andres Dynna als laatste man, wist daar met een minimum verschil met nummer twee de derde prijs binnen te halen van de 52 patrouilles. Het zomerkamp ging naar Neidingen. Er was dit kamp ook voor het eerst een kampkrant. De welpen gingen dit jaar wederom op kamp in Staverden.
Klaas Bil verteld: Een stormachtig winterkamp
In de tweede helft van de zeventiger jaren werd er elk jaar rond Oud en Nieuw een gezamenlijk kamp van Leiding en Stam gehouden. In de eerste januaridagen van 1976 kampeerden we bij Spa in België, aan de rand van een dikke-bomen-bos. We gingen de eerste avond stappen in Spa (en dronken wat anders). Toen we bij ons kamp terugkwamen, regende het en er woei een hevige storm die sommige tenten bol blies. Bij het licht van autokoplampen zetten we die tenten met de kont in de wind, zonder ze af te breken, maar door met man en macht alle afspanpunten beet te houden en de hele tent te draaien. Ik weet nog dat ik mijn VW Kever naast de tent zette als beschutting tegen de storm, maar dat ik ‘s nachts wakker lag, bang te wezen dat de storm hem op zou pakken en op de tent blazen. Dat gebeurde gelukkig niet. De volgende ochtend woedde een sneeuwstorm, maar maakten we niettemin een ochtendwandeling. Wie schetst onze verbazing?! Waar de vorige dag nog een dikke-bomenbos stond, was nu een vlakte! De helft van de bomen was ontworteld, de andere helft afgeknapt. Slechts een enkele boom stond nog overeind. Ontzet klommen we over de stammen. Later hoorden we dat dit een van de “stormen van de eeuw” was…
Het leiding/stamkamp ging in 1976 naar Spa in België (zie verhaal Klaas Bil). In 1976 werden tijdens de H.I.T. de Houtduiven eerste bij de groepshike. Misschien kwam dit wel omdat de leiding van de Irmin deze hike mede organiseerde? Bij de welpen kwamen Ferry Kernkamp en Loes Bosch de leiding versterken. Het zomerkamp van de verkenners ging dit jaar naar Meppen in Drenthe. De temperatuur was iedere dag boven de 30˚C. Het hoogtepunt was een 2 daagse loop/fietshike over de Dwingelose heide.
Het vervoer ging met een vrachtwagen van de firma van den Brink. De welpen kampeerden ook dit jaar weer bij Staverden.
Op de boeldag stond de Irmingroep weer zoals gewoonlijk weer met het traditionele katapult schieten met knikkers op lege flessen. Eind 1976 gingen de verkenners ook een keer varen met de klipperaak van Edmond van der Well.
Het inmiddels traditionele leiding/stam weekend ging eind december helemaal naar Kopenhagen.
Herinnering van Martijn Stöfsel: ZK Meppen
Met een kleine groep PL’s en leiding fietsten we vanuit Ermelo naar Meppen, waar groepsleider Staals en familie al aanwezig was. Na een lange en vermoeiende fietstocht kwamen we midden in de nacht aan, waarbij Hopman Staals ons iets te warm ontving. Het kokende water voor de thee, kreeg ik over mijn been. Nog voor het zomerkamp begonnen was…
In 1977 nemen neemt de groep tijdens de traditionele Boerenkoolmaaltijd met veel dankwoorden en geschenken afscheid van Dhr. en mevr Staals. Dhr. Staals verhuisd naar Steenwijk. Begin april haalde de stam een stunt uit door alle borden van de Drieërweg en het Boshuis Drie te veranderen in Thriërweg en Boshuis Thri.
De groepshike was al grotendeels in Irmin handen maar ook de organisatie van de Districts-patrouille/ronde wedstrijden was in 1977 voor een belangrijk deel in handen van de Irminners (stam). Helaas deden onze patrouilles het niet zo goed, de Antilopen werden 20e terwijl de Houtduiven op een 7e plaats eindigden. Van 2-15 juli zaten 12 verkenners, 5 leiding en 4 “burgers” in Schotland. Hoewel de reis wat onderschat was, werd het toch een geslaagd kamp met als hoogtepunten: de 2-daagse zwerftocht, Edinburgh, ontmoetingen met andere padvinders, avondspel en 3 uurtjes Londen. In september gaan de stam en de leiding naar de Scout-In bij Ommen.
Bij de leiding van de welpen gaat het dit jaar niet goed. Door “omstandigheden” gaat het zomerkamp niet door. In september verlaten Akela Kernkamp en Baloe Wijchman de horde.
Daarvoor in de plaats komen Akela en Baloe Bannink. Op 22 oktober wordt de nieuwe groepsvoorzitter dhr. Hensen gelijk met Akela en Baloe Banink geïnstalleerd.
Herinneringen van Martijn Stöfsel:
– Boomstammen vervoeren. Midden jaren zeventig kregen we een aantal prachtige lange boomstammen, van wel 10-12 meter, waarmee torens gebouwd konden worden. Het enige probleem was dat ze helemaal aan de andere kant van Ermelo lagen op de Groevenbeekse Heide. In een mooie samenwerking tussen de bakfiets, die ik toen had, en de Renault 4 van Hopman Staals, zijn de bomen toen vervoerd:
Het voorstuk in de geopende achterbak van de Renault, dan 10 meter alleen maar boom, en dan het achterstuk op de bakfiets. Zo, allebei even hard rijdend, zijn we dwars door Ermelo gereden.
– Dropping (1977?): Tijdens een nachtelijke dropping tijdens een kaderkamp (4 koppels) werden we eerst gebeld door de politie van Nunspeet.
Ze hadden twee jongens opgepakt die de wachtkamer van het station Hulshorst zo op stelten hadden gezet, dat de beheerder , die erboven woonde, wakker was geworden en de politie had gebeld. Korte tijd later nam de politie van Harderwijk contact met ons op, dat ze twee jongens van de snelweg hadden opgepakt, die stonden te liften bij Hulshorst, richting Zwolle!!!
– Externaliseren: Ik herinner me hoe vroeg het mechanisme van externaliseren ( de schuld niet bij jezelf leggen, maar daarbuiten) zich al voordoet tijdens de talloze malen dat ik verdwaald ben, was altijd mijn eerste gedachte: ”De kaart klopt niet meer!”
In januari van 1978 wordt Uko Uil bij de welpen geïnstalleerd als Hathi. De B.P. wandelmars was dit jaar in Ermelo. Een leuke traditie uit deze jaren was dat de welpen rond Pasen paashaasjes met paaseitje maakten en deze dan bijv. naar het bejaardenhuis brachten. Dit jaar was de kinderafdeling van Salem aan de beurt. Toen het zover was kwamen ze daar met 22 welpen en 32 bakjes (een paar reserve) op de kinderafdeling aan. De zusters lachten zich rot, want er lagen maar 8 kinderen! Na enig overleg werd de afdeling intern verrast met de geschenkjes.
Cor Koppies, de jachtopziener is jaren een graag geziene gast bij de Irmingroep geweest.
Hij verzorgde jaren iedere maand een leuk stukje over de natuur in de Irminplus en de welpen gingen ook dit jaar in april met Cor de natuur in.
4 mei was er ook weer de dodenherdenking. De Irmingroep heeft jarenlang samen met de andere scoutinggroepen uit Ermelo hier de wacht gehouden totdat we een jaar of 10 geleden opeens niet meer nodig waren en de militairen het overnamen. Het zomerkamp ging dit jaar naar Zeddam. Dit kamp had de indianen als thema. Alle ouders hadden stiekem een pakje gemaakt. De verkenners hadden een indianennaam die het hele kamp gebruikt werd en de patrouilles waren stammen. De plaatselijke dokter moest overuren maken door o.a. een gebroken arm en een lichte hersenschudding. Aan het einde van het jaar werd er weer het leiding/stamkamp gehouden op de hellingen van de Alpen bij St.Gallen aan de oevers van het Bodenmeer.
In april 1979 was er ook de traditionele St. Jorisdag, een gezamenlijk postenspel waarbij met een vlot de plas van Beek moest worden overgestoken en er diverse verkenners het water in vielen. ‘s Avonds had de staf pannenkoeken gebakken voor de hele groep, meer dan 180 stuks. Daarna was er het St. Joris kampvuur.
Het welpenkamp was dit jaar het laatste weekend voor de zomervakantie. Het werd gehouden bij ons eigen troephuis. De verkenners gingen dit jaar op zomerkamp naar het Belgische Schönberg in de Ardennen. Dit kamp was in het teken van de Grieken. De Goden (leiding) waren van de berg Olympus afgedaald (met behulp van een enorme rookontwikkeling) om van de barbaren (verkenners) nette Griekse burgers te maken. De goden hadden het weer zelf niet helemaal in de hand, hun kampement kwam na zware regenval compleet onder water te staan.
Halverwege dit jaar gaat het slecht met de stam, het idee van een stam is al zover weggezakt dat er bijna gaan redden meer aan is. Een poging van de groepsvoorzitter J. Hensen om de stam aan het einde van het jaar nieuwe leven in te blazen lukte net op het nippertje.
Herinnering van Martijn Stöfsel: ZK Schönberg
Het thema was Griekenland. Het kamp lag in een weiland naast een hoger liggende asfaltweg. Het was een druilerig en nat kamp. Bij de opening zou Hopman Nieboer met een rookbom een rookgordijn leggen en uit die rook zou de rest van de leiding in Griekse kostuums (een laken en sandalen) te voorschijn komen. Thuis hadden we prachtige kostuums voorbereid. Alles ging goed, behalve dat het verrekte koud was in die lakens en dat wij als leiding toen de rook optrok nog hinkend op de asfaltweg rondliepen. Wat bleek, door het lopen op de asfaltweg, sleten de banden van de sandalen binnen een paar meter door. Weg mooie opgang.
In januari 1980 neemt hopman Nieboer afscheid van de verkenners. Zijn plaats wordt overgenomen door hopman v.d. Velde. In de paasvakantie gaan alle welpen naar de bruiloft van Hathi Uil. Er is zo’n grote groep welpen dat er zelfs een wachtlijst is ontstaan. De verkenners gaan dit jaar op zomerkamp naar Borculo. Het thema is Noormannen. De nieuwe hopman is hiervoor razend druk geweest met het lijmen van koeiehorens op bouwhelmen. Na het zomerkamp veranderde het grootste gedeelte van de leiding. Martijn Stöfsel, Hans de Boer, Bram van Beek en Rob Boerman namen na vele jaren als vaandrig met de troep meegedraaid te hebben afscheid. Hiervoor kwam een totaal nieuwe jonge groep leiders in de plaats. De PL’s Richard Huisman, Andres Dynna en Theo de Vries werden na het zomerkamp meteen leiding. De oude leiding heeft in deze tijd nog een speciale club gehad n.l. J.O.L.I.G. (Jonge-Oud-Leden-Irmin-Groep). Lang heeft deze club echter niet bestaan. Dit jaar deed de groep ook al mee aan de Jantje Beton-collecte, er werd ruim 560 gulden opgehaald.
In november hadden de verkenners een winterkampje. Door contacten met de gemeente Nunspeet konden we in deze jaren gebruik maken van een uniek stukje bos met een mooi vennetje op de Westeindse heide bij Nunspeet.
De stam die uiteindelijk toch uiteen viel is samen met de groepsleider J. Hensen weer heropgericht. Een hele nieuwe generatie wil proberen de stam weer op poten te krijgen. Dhr. J. Huisman wordt de nieuwe stamadviseur.
Aan het einde kwam er een nauwe samenwerking tot stand met de TAWEB. Voortaan zouden de twee groepen een gezamenlijk groepsblad uit gaan brengen.
1981 Deze samenwerking mondde ook uit in gezamenlijke kampen zoals in mei 1981. De oude verkennersleiding had nog één keer een kamp georganiseerd. Beroemd is de film van Klaas Bil over de “Wilde Bil”. De welpen hebben vlak voor de vakantie weer een eigen weekendkamp.
Het zomerkamp van de verkenners speelde zich af in Eerde bij Ommen. Het kamp was in thema van de pioniers van het wilde westen. Elke patrouille werd een town: Ghost-town, Ska-town en Falcon-town. De hike bracht ons bij de Lemelerberg en werd gewonnen door Peter van Dam en Bernard Tenbroek. Het was de afgelopen jaren traditie geworden dat er ieder zomerkamp een ongeluk gebeurde. Jan-Willem Huisman viel uit de kabelbaan en bezeerde zijn voet.
Na het zomerkamp werd er door het overkomen van 8 welpen weer een vierde patrouille opgericht. Deze patrouille kreeg de naam Sperwers. In het najaar was er weer een gezamenlijk kamp met de TAWEB op de Westeindse heide. Wat een regen!
Op 16 november krijgt de Irmingroep er weer een nieuwe speltak bij. Gert van Dam, Jan-Peter Wagenmakers, Erik Mooy en Yung-Hee van den Born richten een Rowanafdeling op. Dhr. Bannink die al eens Baloe bij de welpen geweest is, wordt de nieuwe Rowanbegeleider.
Op 6 maart 1982 wordt de nieuwe rowanafdeling geïnstalleerd door de districts speladviseur.
In dit jaar wordt er door de Irmingroep een grote schoonmaakaktie in Ermelo georganiseerd. De Rowans nemen in mei de redactie van de Irminplus over. Vlak voor de vakantie stopt dhr. Bannink als rowanadviseur. Dhr. Huisman de stamadviseur van het inmiddels op non-actief gestelde stam neemt het van hem over.
Het zomerkamp van de verkenners wordt dit jaar gezamenlijk met de TAWEB padvindsters georganiseerd. Ze gingen weer naar Zeddam. Het thema was wederom ook weer indianen. De 3 rowans hadden als eerste zomerkamp een trektocht naar Zeddam. Ze liepen in 3 dagen heen, bleven een paar dagen op het zomerkamp van de verkenners en liepen in drie dagen weer terug. Een groot avontuur.
In september gaan de welpen ook weer een weekend kamperen bij het troephuis.
Eind 1982 werd de samenwerking tussen de Irmin en TAWEB minder. Het gezamenlijke zomerkamp was toch niet helemaal geworden wat ze ervan verwacht hadden.
In het eerste nummer van de Irminplus van 1983 doet de TAWEB niet meer mee aan het gezamenlijke groepsblad. In februari hadden de verkenners een gezamenlijk winterkamp met de rowans. In juni organiseerden de rowans op de Westeinderheide een spannend welpenkamp, met als thema “stropers”. Dhr. Borra die onze nieuwe groepsleider wordt i.p.v. dhr. Hensen speelde als boswachter een belangrijke rol mee.
De verkenners en rowans gaan dit jaar gezamenlijk op zomerkamp naar Schönberg in België. Het thema was riddertijd. In tegenstelling tot een paar jaar geleden toen het enorm regende was het nu bloedheet. Tijdens de hike werden de posten door de rowans bemand, verder draaiden ze een eigen programma.
In maart 1984 werd er door de verkenners en de rowans een houthakkerskamp georganiseerd. Dhr. Borra die bij Staatsbosbeheer werkte had een stuk bos geregeld waar wij ons eigen pionierhout konden hakken. We kampeerden op de Staatsbosbeheer camping achter Boshuis Drie.
In augustus was er weer het zomerkamp van de verkenners en de rowans. Deze keer in Lage Vuursche. Het thema was “de Oertijd”.
In september organiseerden de rowans wederom een mini-zomerkamp voor de welpen. Het thema was “Donald Duck”. Wat hebben de welpen lopen zoeken naar het geluksdubbeltje van oom Dagobert dat gestolen was door de zware jongens. In oktober van dit jaar kregen de rowans eindelijk een behoorlijk rowanhok. De verkenners moesten wel een stukje van hun ruimte hiervoor inleveren.
In 1985 veranderd er wat op bestuurlijk niveau. Dhr. Borra verlaat de groep als groepsleider, hij wordt opgevolgd door dhr. Huisman. Uit het bestuur zullen de vroegere hopman Visser, en dhr. Bil en dhr. Nieboer het bestuur verlaten. Daarvoor komen dhr. de Vries (voorzitter) en de heren Oudshoorn en Haverlag in de plaats.
Het zomerkamp van de verkenners vindt plaats in Stokkum. Het thema was de romeinen. Van de rowans zijn Maarten, Gert en Jan-Peter inmiddels ook verkennersleider geworden, zodat de rowans ook dit zomerkamp nog mee gaan. In september viert de groep het 40-jarig bestaan met een open dag in september. Dit jaar doet de Irmingroep ook voor het eerst mee aan de Jamboree On The Air. Daarvoor kunnen zij de sporthal van Groot-Emaus gebruiken.
In 1986 wordt het verkennerszomerkamp gehouden in Vledder. Het thema is de Egyptenaren. Hoogtepunt is de hike, waarbij onder leiding van Dr. Indiana Jones gezocht wordt naar de verdwenen farao. De welpen hebben dit jaar een zomerkamp dat weer door de rowans was georganiseerd. In de Harskamperdennen werd er heel wat afgesmurft. Na het zomerkamp wordt Andres rowanbegeleider en vervangt dus dhr. Huisman die nu groepsvoorzitter is geworden.
In dit jaar beginnen ook al de acties voor een nieuw clubhuis. Het was eerst de bedoeling een apart gebouw naast het bestaande neer te zetten voor de rowans en de stam. Maar hoe het inmiddels geworden is dat weten we wel.
Om het geld bijeen te brengen hadden we dit jaar voor het eerst een Triatlon, de scouts moeten zwemmen, fietsen en hardlopen en daarvoor sponsors zoeken bij bekenden en familie. Mede doordat ouders de talenten van hun kinderen sterk onderschatten kregen we een leuk bedrag bijeen. Andere acties waren de Jantje Beton collecte en later de stroopwafel en de obligatieactie.
Dit jaar wordt ook de Thri-stam weer heropgericht. Uko Uil die de welpen heeft verlaten wordt nu stamadviseur van de nieuwe stam.
In 1987 stopt hopman van der Velden met de verkenners. Om het zomerkamp toch door te laten gaan gaat Uko Uil met de verkenners op zomerkamp. Dat is dit jaar in Borkel bij Valkenswaard. Het thema is de Grieken.
De rowans gaan dit jaar op een soort luxe vakantietrip naar Luxemburg. Na het zomerkamp gaan we snel op zoek naar een nieuwe hopman. Aart Nikkels wil het wel proberen (want, zo werd verteld, hij had bij de commando’s gezeten!)
De welpen helpen tijdens het zomerkamp Robin Hood in de Harskampse woods.
Eind 1987 verlaten dhr. en mevr. Luiting onze groep. Mevr. Luiting was al vanaf het begin van de oprichting actief bij de groep, waarvan vele jaren als Akela en de laatste tientallen jaren als penningmeester. Dhr. Luiting is vanaf het eerste gebouw ruim 33 jaar beheerder van het troephuis geweest.
Begin 1988 gaan de verkenners op winterkamp naar Drie met de kersverse hopman. Koud dat ie het had! Het zomerkamp van de verkenners vindt plaats in Daarle. voor het westernthema omgedoopt in Daarlington. Van lakens was er een heel stadje gebouwd compleet met bank, store en saloon. Bij de store moesten de verkenners foerageren en betalen met dollars, voor de programma’s konden de verkenners dollars verdienen of verliezen. De patrouille of Ranch die aan het einde de meeste dollars over had won het kamp. Ook de welpen waren in wild-west stemming. Het thema in de Harskamperdennen was Lucky Luke.
De rowans gaan dit jaar op zomerkamp naar Limburg. Dit jaar krijgen de rowans er een tweede rowanbegeleider bij: Sieto Romkes.
In 1989 was er een kort zomerkamp omdat het niet lukt tijdens de zomervakantie een zomerkamp te organiseren. Het werd steeds moeilijker omdat de ouders steeds langer op vakantie gingen en de kinderen dan mee moesten. Daarom een kort zomerkamp in Epe of Epystan zoals de sultan het plaatsje had omgedoopt. Alles was in het thema van Perzië. Ook de hopman werd in dit kamp omgedoopt….
De welpen hadden wederom in Harskamp een geweldig kamp en de rowans gingen kamperen in Luxemburg.
In het jaar 1990 krijgt de groep een nieuwe beheerder. Andres Dynna neemt het beheer over van dhr. Schipper. De verkenners gaan dit jaar weer naar Eerde op zomerkamp. De rowans gaan ietsjes verder de Noordzee over naar Engeland. Na een paar daagjes Londen trekken ze verder naar Wales waar ze o.a. bergklimmen en een tocht op mountainbikes rijden. Dit jaar gaan de welpen op zomerkamp naar Heerde, Astrix en Obelix hakten daar de romeinen nog een keer de pan in.
De stam organiseert in 1991 voor het eerst de jongerenhike van de HIT in Harderwijk. Voor scoutingleden boven de 18 wordt een route uitgezet met allerlei spectaculaire posten. Dit wordt een stambezigheid die de stammers komende jaren flink bezighoud.
In 1991 ploeteren de verkenners nogmaals door het woestijnzand in Vledder. De Egyptenaren hield de Irmin weer in de ban. De welpen gaan naar het scouting centrum Buitenzorg in Baarn waar Bram van Beek, een oud Irminlid, beheerder is. Het kamp stond in teken van de tijd van Koning Arthur. Natuurlijk was Merlijn de Tovenaar, ook aanwezig. De rowans die dit kamp wederom organiseerden gingen zelf dit jaar naar Limburg.
De Flinstones kwamen in 1992 weer tot leven tijdens het zomerkamp van de welpen in Heerde. De verkenners konden door te weinig deelname dit jaar niet op zomerkamp. Daarom was er in het voorjaar een grote trektocht. 4 dagen zwerfden de verkenners over de heide van de Holterberg, een gedeelte ging zelfs per kano over de Vecht.
Zomaar kamperen in het bos lang het Pieterpad. De rowans maakten in Dinant (België) de omgeving weer onveilig, zelf hun tent kwam niet meer heelhuids terug….. Andres Dynna vertrekt dit jaar om zich volledig te gaan bezighouden met het beheer van het troephuis. Sieto Romkes neemt de rowans van hem over Er gaat namelijk veel gebeuren. Er wordt een bouwcommissie samengesteld die de voorbereidingen van een nieuw clubhuis gaat voorbereiden.
De welpen moeten het in 1993 tijdens hun zomerkamp zonder thema doen. De groep is druk bezig met de voorbereidingen van het nieuwe clubhuis. De groep kampeert dit voorjaar voor het laatst in en bij het oude troephuis tijdens het eerste groepskamp..
De verkenners gaan op zomerkamp naar Stokkum. Het thema is de Romeinen. Vooral de worsten in Emmerich (Duitsland) waren een succes. De rowans blijven in eigen land en gaan op een feest- en discotrip naar Valkenburg.
En dan september 1993. We hebben ons eigen clubhuis afgebroken. De groep heeft een jaar lang geen onderkomen. De welpen wijken uit naar het clubgebouw van de TAWEB en de rest van de groep maakt overuren bij het clubhuis.
Begin 1994 begint er dan eindelijk een nieuw gebouw op te rijzen aan de kalkoenweg. Een lange winter vertraagd de hele bouw en het gebouw is op het nippertje klaar voor de zomerverhuur. De welpen gaan dit jaar niet op kamp, maar gaan daarvoor een dagje naar het Dolfinarium in Harderwijk.
Dit voorjaar gaat er bij de Irmingroep een nieuwe speltak van start. De Bevers is een nieuwe speltak voor jongens en meisjes van 5, 6 en 7 jaar. Het spel speelt zich af in Huize Hotsjietonia het huis van Lange Doener. Annemarieke Luiting, zus van onze Hopman Nikkels, wordt de leidster bijgestaan door o.a. Roeland Stoter die de rol van Lange Doener gaat spelen.
De verkenners maken een trektocht van 8 dagen dwars over de Veluwe. Ruim 80 kilometer wordt er gelopen! De rowans gaan dit jaar onder leiding van Eco naar België.
En dan eindelijk na een jaar hard werken is er in oktober de opening van ons nieuwe clubhuis.
In 1995 werd het 50 jarig jubileum groots gevierd met een Open dag, reünie en een jubileumkamp. De verkenners zijn samen met de padvindsters van de TAWEB op zomerkamp geweest naar Texel. Het thema was Schateiland. In het Juttersmuseum was een echte schat verstopt. Na het zomerkamp neemt Aart Nikkels afscheid als Hopman. Hij gaat voortaan de Rowans begeleiden. Jan van Looijengoed neem de taak van Hopman van hem over.
Tijdens de Fries-Hinderloopsche Tjierlflepper zeilrace te Lemmer heeft de tweemastklipper “Hollandia” een 7e plaats weten te bemachtigen. Vooral door het strakke schilderwerk van de Ermeloosche Schilderscouts (stamleden) ging de klipper als een Harderwijkse dolfijn door het water. In het najaar was er alweer een verbouwing aan het pas nieuwe clubhuis. In het verkenners en het rowan/stamlokaal werd een extra verdieping gebouwd. De bevers hadden nu eindelijk een eigen lokaal. In het rowan/stamlokaal werd een echte bar gebouwd.
In Juni 1996 namen Akela Bannink ( na bijna 20 jaar!) en Oubaas Huisman tijdens het groeps eindkamp in Maarsen afscheid van de groep. Akela Nico van Leeuwen en de nieuwe Oubaas Louis Kuypers namen hun plaatsen in. En dat hebben ze geweten, want zoals gebruikelijk was de vuurdoop niet mals. Eierstruif, water en zand deed hen veranderen in echte zandhazen.
In mei gingen de welpen op kamp naar de Harskamperdennen. Drie dagen kamperen in tenten en spannende dingen doen. Zoals kabelbanen maken, tochten lopen en in het donker de boze Jafar vangen. Het Alladinkamp was een groot succes. Het zomerkamp van de verkenners niet door, maar de verkenners waren wel met Pinksteren naar het Intercamp in Grobbendonk (België) geweest.
De Rowans gingen dit jaar op zomerkamp naar Luxemburg.
1997 Welpenkamp gingen op kamp naar Gorsel. Het thema was strips.
De verkenners en rowans zijn niet op zomerkamp geweest. De rowans hebben daarvoor in de plaats wel een weekend Maastricht onveilig gemaakt.
Eind 1997 vertrekken Hopman Jan van Looijengoed en Oubaas Louis Kuypers. Hans de Vries neemt de taak van Hopman op zich.
1998 De Irminplus bestond 25 jaar. Het welpenkamp in ‘t Harde stond in het teken van Robin Hood . De verkenners hadden weer eens een echt zomerkamp in Eerde bij Ommen met als thema Wild West. De rowans gingen dit jaar naar Middelburg in Zeeland. De stam viert dit jaar dat ze 25 jaar bestaan en gingen een gezellig weekend naar Groningen om Wad te lopen.
1999 Zomerkamp verkenners in Epe? Nieuwe Akela Alexander Borst? De TAWEB trekt in bij de Irmingroep. Eind van dit jaar wordt er eindelijk weer een nieuwe Oubaas gevonden. Eddy van Beek zal deze taak op zich gaan nemen.
2000 Na het zomerkamp stopt Hans de Vries met de verkenners en Andres Dynna neem (tijdelijk….) de taak van Hopman op zich. In oktober wordt besloten dat de TAWEB zal samengaan met de Irmingroep. De welpen gaan op zomerkamp naar ‘t Harde. Het Kookboek met speciale recepten en de Gouden Pollepel van Chef-kok To zijn gestolen. Sinterklaas komt in Porsche.
2001 Op 1 september zijn de besturen van de Irmin- en Tawebgroep gefuseerd.
Welpen: Voor het volgende seizoen maar liefst 4 nieuwe leiding erbij, nog vers van de rowans. Wout Bremer, Jeroen Burgers, Wim Ederveen en Johan Noordegraaf, hun namen zouden Baloe, Hathi, Mang en Chil worden. Het zomerkamp is dit jaar op het buitenzorg terrein te Baarn met als thema circus. Hier draait een deel van de nieuwe leiding voor het eerst gedeeltelijk mee.
2002 Welpen: Onze leiding Esther Borst (Bagheera) krijgt een ere speldje voor haar jarenlange inzet voor de groep. Het zomerkamp stond dit jaar in het thema van Robin Hood waarbij de gemene sheriff van Nothingham de mooie lady Marian ontvoerd had. Tijdens dit kamp (hoewel ze al een seizoen meedraaiden) was ook de ontgroening van de nieuwe leiding. Wout (Baloe), Jeroen (Hathi), Wim (Mang) en Johan (Chil) moesten een geblinddoekt traject afleggen en kregen menig eieren om hun oren voordat ze echt als leiding werden geaccepteerd.
In 2003 hebben de verkenners op een dag een hoge zandlopertoren gebouwd. Deze is erg mooi geworden. De RSW (regionale scouting wedstrijden) word gewonnen door de verkenners, de 2e plaats word tevens opgeëist door de Irmin!
Welpen: Mariska (Raksha) verlaat dit jaar helaas de welpenleiding en trouwt met de toenmalige hopman Andres Dynna. Gelukkig is Shirley Bijdevier bereid haar taken over te nemen onder dezelfde naam (Raksha dus). De BP tocht rondom Ermelo met de gebruikelijke boerenkoolmaaltijd, was weer een groot succes. Sherlock Holmes had dit jaar bij het zomerkamp de hulp van de welpen nodig om de beroemde gestolen blauwe diamant terug te vinden.
2004 In dit jaar hebben de verkenners een ijskoud winterkamp. Hierbij maken ze kennis met een nieuw stukje techniek, het lopen van gps routes.
Ook zijn er in 2004 de eerste gezamenlijke programma’s van Irmin en Taweb. Zo gaan de verkenners en padvindsters samen op zomerkamp naar het Luxemburgse Wiltz. Dit bevalt goed en in 2005 gaan de verkenners en padvindsters dan ook samen. Ze heten dan scouts. Ook zijn er weer successen bij de RSW.
Welpen: Monique (Kaa) neemt afscheid van de welpen. Het zomerkamp staat dit jaar in het teken van Asterix en Obelix die met de hulp van de welpen de gemene Ceasar moeten verslaan.
2005 is een jaar vol gebeurtenissen bij onze club. De padvindsters en verkenners gaan steeds vaker samen programma’s draaien. Vanaf het zomerkamp in het Drentse Beilen zijn ze helemaal samengevoegd. Wanneer de scouts in Beilen zitten, zitten de explorers in Heerlen. In 2005 is er ook een andere happening. Irmin bestaat 60 jaar! Dit hebben we uitgebreid gevierd met een open dag. Hier waren o.a. een hoge, eigen gemaakte, abseiltoren en een grote kabelbaan. Dit jaar wordt er afscheid genomen van Andres Dynna, Sieto Romkes en Jan-Willem Huisman. De welpen konden spelletjes doen en er was veel belangstelling. Dank gaat uit naar alle die dit mogelijk hebben gemaakt.
Welpen: Wim en Johan (Mang en Chil) zijn er het grootste gedeelte van het jaar niet bij omdat ze Nieuw Zeeland en Australië aan het verkennen zijn. Het zomerkamp gaat dit jaar naar Zeewolde waar de welpen samen met Peter Pan een spannend avontuur beleven.
In 2006 zijn, met name, de explorers druk geweest met een samenwerking tussen scouting en de stichting opkikker. De ernstige ziekte van een lid van ons zorgde voor de organisatie van een Asterix en Obelix feest. Dit bij wijze van opkikker voor de familie en andere bekenden. Na een dag vol leuke dingen verzorgd door stichting de opkikker was er in het clubhuis het grote feest. Helaas is hij 21 mei overleden. Onze gedachten gaan uit na iedereen die hem lief heeft.
Verder zijn er werkzaamheden aan en rondom het clubhuis geweest. De explorers hebben o.a. een nieuw hek gebouwd.
De zomerkampen ging voor de scouts naar Steensel, Noord-Brabant, en voor de explorers naar Maastricht waar ze een week lang flink hebben kunnen genieten van hun eigen zwembad. Sander van Diesen trekt zich terug als begeleiding van de explorers. Remco van Hout draaide al sinds het jaar ervoor mee als begeleiding en zal de taken van Sander dan ook overnemen.
Welpen: Dit jaar was het bezoek aan Snow Village, waar de welpen met grote rubber banden van een sneeuwhelling naar beneden konden glijden en daarna lekker konden zwemmen, weer een groot succes. Het zomerkamp is dit jaar een kokskamp en vindt plaats in Zeewolde. De maaltijd hebben de welpen dan ook zelf gemaakt. Wraps met allerlei lekkere dingen erbij.
2007 was het jaar dat ons houthok toch echt inzakte. De hele zomer is er met man en macht gewerkt om na jarenlange voorbereiding een gloednieuw hout- en materiaalhok neer te zetten. Op 3 november is deze officieel geopend. De scouts hielden dit jaar hun zomerkamp in Velp, terwijl de explorers een dikke week in het Zeelandse Aardenburg hebben doorgebracht. Ook is Simone Griffioen sinds januari het team van de explorers komen versterken als vrouwelijke begeleidster. Hugo is leiding geworden bij de scouts.
Welpen: Marjan Loedeman (Mor) stopt helaas met leiding geven bij de welpen maar blijft aan op “oproep basis”. De verlaging van leeftijd voor het overgaan naar de volgende speltak is ingevoerd waardoor een groot deel van het kader naar de scouts ging. Het kaderkamp is daarom niet doorgegaan en in plaats daarvan zijn de welpen met alle jeugdleden op de hei gaan slapen.
In 2008 zijn er ook weer veel dingen gebeurd. Allereerst is er een wissel geweest in het bestuur. We hebben afscheid genomen van bestuursleden Uko Uil en Jaap Zwijnenburg . Wim Borst heeft de taak als voorzitter overgenomen en Lianne Wolzak is de nieuwe secretaris. De ledenadministratie is bij de taak van penningmeester ondergebracht. Ook zijn er weer een aantal leden leiding geworden, Jasper en Stephanie bij de welpen en Hilde bij de scouts. De welpen hebben dit jaar een zomerkamp gehouden in Putten. Zowel scouts als explorers hebben hun zomerkamp buiten de landsgrenzen gehouden. Ze gingen naar Wiltz respectievelijk Ettelbrück in Luxemburg.
In 2009 zijn de scouts met hun zomerkamp naar Beilen geweest, waar ze onder andere gewadloopt hebben.
Het jaar 2017 is veel gebeurd omtrent de leidingsteams. Michel Huisman en Jurjen Zwijnenburg stopte met leiding geven aan de Explorers. Remco van Hout heeft nog tot de aan de kerst leiding gegeven aan de explorers, samen regelmatig hulp van stamleden of oudleiding waaronder Kasper Urbach. Na de kerst is Remco leiding gaan geven bij de scouts en is er een totaal nieuw explorer leidingteam gevormd bestaande uit Godert van der Poel, Eco Haverlag, Job Munnikhuis en Anne-Fleur de Gans.
2018 was het jaar dat de explorers dus een nieuw leidingteam hadden. Ze hebben dat jaar een onvergetelijk zomerkamp gehad in Gotenburg, Zweden. Op de heen- en terugweg hadden ze een overnachting in Denemarken. In september kwamen Job Schuil en Ewout Urbach bij het leidingteam van het scouts.
Het jaar daarna, in 2019, zijn de scouts op de fiets op zomerkamp geweest naar Doorneburg. Het zomerkamp in thema Robin Hood was een zomerkamp van erg warme temperaturen, waardoor sommige activiteiten zijn gecanceld. Ook is in dit september dit jaar Sander Hopman van scoutsleiding naar explorerleiding gegaan.
In 2020 was het jaar dat de coronapandemie voor het eerste invloed heeft gehad op de scoutingspellen en activiteiten. Zo was er de 1,5 meter regel, moesten leidingen in aparte tenten slapen en was er sprake van een kampbubbel. Dit jaar hebben de scouts om die redenen ook last minute de locatie hun zomerkamp omgegooid naar het Zwarte Veldje in Nunspeet, gezien daar veel ruimte is.
Dit verhaal is geschreven door: Martijn Stöfsel (welpen tot 1970), Theo de Vries (verkenners tot 1973) en de rest door Maarten Romkes. Vanaf 2000 is het aangevuld door Johan Noordegraaf, Jasper Vijfhuizen en Michel Huisman. Vanaf 2009 zijn stukken aangevuld door Jarno van Zundert en Ewout Urbach.
Bijdragen zijn geleverd door Bram van Beek, Martijn Stöfsel, Klaas Bil, Siebe Visser, Bernard Luiting en Klaas Wijchman.